Loop je ’s avonds door een stadswijk met je hond, moet je eens tellen hoeveel woonkamer ramen vol in het lamplicht staan. Aan de randen van de ramen zie je nog wel iets van gordijnstof, maar de gordijnen zijn dus niet voor het glas getrokken. Dit is typisch Nederlands. Tien eeuwen terug was het gordijn een heel ander voorhangsel. Het diende destijds om een woonruimte in verschillende delen te kunnen splitsen. Dat was ook voor de privacy. In feite gingen mensen in een en dezelfde ruimte allemaal naar bed maar trokken ze eerst een gordijn om dat bed heen.
Afschermen
Pas later, toen Nederland een handels grootmacht werd onder de VOC, kreeg gordijnstof een nieuw plekje; waar ze zich nu nog steeds bevindt, voor de vensters. Een bijkomend voordeel was dat de gordijnstof zo ook isoleerde; triple glas was er nog niet. De kou werd dus redelijk geweerd. In de Gouden Eeuw begonnen ook vitrage gordijnen te pronken. Deze hengsels van een doorzichtige stof kwamen permanent voor de ramen terecht. Niet iedereen had in die tijd nog raambekleding. Alleen de welgestelden en gegoede burgerij konden zich dat veroorloven. Pas eeuwen later (in de 19e eeuw) werden gordijnen via de machines die de Industriële Revolutie kenmerkte, in grote hoeveelheden geproduceerd. Gordijnstoffen waren vanaf die tijd betaalbaar voor alle lagen van het volk. Naast privacy en isolatie kreeg het gordijn nu ook steeds meer een decoratieve functie.
Gordijnen enkel als omlijsting van je interieur
Decoratief stond in de 17e eeuw vaak gelijk met pronken. Je gordijn was het visitekaartje van je welstand. Je raambekleding gaf aan welke status je genoot. Gordijn partijen bleven voor de ramen hangen maar begonnen nu ook door het hele huis te zwerven. Je kwam ze tegen voor deuren en toegangen, als stoffen scheiding van grote ruimtes, als isolerend materiaal tegen muren en als privacy kleed rond hemelbedden. Opvallend was dat er een hang was naar duurdere stoffen. Brokaat, fluweel en zijde waren ‘in’. Gordijnen voor de straatgerichte ramen bleven vaak open. Iedereen mocht zien hoe rijk de woonruimtes waren aangekleed. Pronkgedrag van de huiseigenaren, dus.
De teloorgang van gordijnen
Pas na de Tweede Wereldoorlog leek het gordijn het op te gaan geven. Het gordijn was niet meer hip. Kleding soms ook niet, getuige de hippiecultuur. In de jaren zestig haalden jongeren de vitrages van hun ouders uit de roeden. Net als het gordijn leken ook de vitrages uit beeld te raken. Kunststof- en textiellamellen waren de nieuwe raambekleders. Maar rond 1990 was het gordijn ineens terug. Interieurstijlen werden mode en het gordijn kon daar flink aan bijdragen. Een klassiek interieur heeft baat bij een mooie gordijnwand, vol weelderige plooien. De decoratieve functie van het gordijn nam weer het voortouw, de isolerende werking verzwakte. Want inmiddels was er al volop dubbel glas in de kozijnen geplaatst.
Het combineren van de gordijnen
Gordijnen zijn nu letterlijk ook gelaagd. Kijk eens wat jij voor je ramen zou willen hangen. Kun je het af met enkel overgordijnen? Wil je er inbetweens bij om wat privacy te genieten? Of houd je van het diffuse licht dat moderne vitrages teweegbrengen? Browse online eens door de mogelijkheden.